Herdenking Razzia 1944 – Uitgebreide Hoofdstukindeling
Voorwoord – Herdenking Razzia 1944
Nederlands
Het Razzia-monument raakt mij diep, niet alleen omdat mijn eigen vader in november 1944 werd weggevoerd en nooit meer thuiskwam, maar ook omdat dit monument een krachtige waarschuwing uitstraalt. De twee beelden van kunstenares Anne Wenzel staan gescheiden — als man en vrouw, als ouders die abrupt uit elkaar zijn gerukt. De diepe barsten en wonden die zichtbaar zijn in het materiaal weerspiegelen de littekens die de razzia heeft achtergelaten in duizenden gezinnen.
Niet alleen de mannen die werden weggevoerd, maar ook de moeders en kinderen die achterbleven hebben een last gedragen die nauwelijks te beschrijven is. Angst, onzekerheid, hongersnood, het wachten op berichten die nooit kwamen — ook hún leven werd uiteen gerukt. In de wonden van het monument zie je de scheuren van hun bestaan.
In Duitsland spreekt men bij zulke gedenkplaatsen over een “Denkmal”: een monument dat je niet alleen stil laat staan bij het verleden, maar dat je aan het denken zet. Dat is precies wat het Razzia-monument doet. Het is geen ‘beeld’ om alleen te bekijken, maar een teken dat een boodschap draagt:
Let op. Laat dit niet aan je voorbijgaan. Vrijheid is geen vanzelfsprekendheid.
Voor mij begint herdenken bij de jeugd. Jonge mensen moeten begrijpen wat er in hun eigen stad, in hun eigen straten, met echte families is gebeurd. Daarom is het mijn doel om dit verhaal zo toegankelijk mogelijk te vertellen, niet als geschiedenis op afstand, maar als een waarschuwing die nog altijd klinkt: " Dit mag nooit meer gebeuren".